Uit de Raad geklapt

De uit de raad geklapt stukjes niet duidelijk afgebakend of ingekaderd. Het staat een schrijvend raadslid vrij te schrijven over zijn of haar clusters met taakvelden, over wat er speelt in de raad of gemeente, of over hoe je het vindt in de raad, of een stukje ter geloofsopbouw, etc.

Dat brengt mij op het volgende: Nietzsche en Tolstoj, schrijft G. K. Chesterton, staan beiden op een kruising met vele afslagen. Maar beiden blijven ze daar staan en gaan ze nergens heen. Tolstoj niet omdat hij nergens heen mag, Nietzsche niet omdat hij overal heen mag. Dat laatste gevoel bekruipt mij ook wel een beetje nu. Daar sta ik dan. Waarover te schrijven als alles is toegestaan? Niet alles bouwt op ten slotte.

Gisterenavond mocht ik deel uitmaken van een zeer gemêleerd gezelschap dat zich bezighoud met het beroepen van nieuwe voorganger. Als opening van de avond hebben we gisteren verschillende stukjes uit de bijbel gelezen en daar met elkaar over nagedacht. Een van die stukjes was Exodus 20. Maar dan niet het deel met de tien geboden, maar de verzen direct daarna (vs 18-21).
In dat stukje durft het volk Israël de de uitnodiging tot contact met God niet aan. Ze zijn vervuld met angst voor God. De berg was omringd met rook en het onweer was niet van de lucht. Het moet een groot mystiek, mysterieus spektakel zijn geweest. Mozes legt zijn volk uit: “God is gekomen om u op de proef te stellen en u met ontzag voor hem te vervullen, zodat u niet meer zondigt.”, maar die uitwerking heeft het niet. Ze worden niet met ontzag, maar met angst vervuld. Ze schuiven Mozes naar voren als tussenpersoon. “Spreekt u met ons, wij zullen naar u luisteren. Maar laat God niet met ons spreken, want dan sterven we.” Naast de gedachte dat Mozes hier een beeld is van Christus komt hier heel duidelijk een gebruik naar voren dat in de geschiedenis van de mensheid als een boemerang terugkeert: we zijn bang voor God en schuiven liever een leider, een priester, een voorganger, een paus of een koning tussen ons en God in dan dat we zelf op de uitnodiging van God ingaan. We zijn bang: ze houden Tolstoj’s hand vast en wachten op een leider die hen een bepaalde richting op doet gaan.

Gisterenavond kwam er nog een werkgroep bij elkaar; namelijk een om na te denken over ethiek en identiteit. Zij waren, net als wij, bezig met een soort profielschets van de gemeente. Wie zijn wij? Een vriend van mij wees mij pas op een preekserie die Henrie Nouwen houdt over identiteit. Ook hij vraagt zich af: wie ben ik, wie zijn wij? In het leven zijn er drie zaken die onze identiteit bepalen:
1. We zijn wat we doen (of gedaan hebben)
2. We zijn wat we hebben
3. We zijn wat de mensen over ons zeggen
Deze drie punten, en misschien de laatste wel het meest, bepalen hoe wij tegen onszelf aankijken. Voortdurend zijn we bezig met presteren, met verwerven en met voordoen. Maar dat, zegt hij met een paar uitroeptekens is niet wie wij zijn. Het zijn leugens. Het zijn de drie zaken waarmee Jezus in de woestijn verleidt wordt door de duivel: Spring van de tempel en de engelen zullen je opvangen, met jouw status heb je niets te vrezen. Verander die stenen in brood: laat zien wie wat je kunt. En: kniel voor mij en ik zal je alles geven.
Wie zijn we dan wel? Wat bepaalt onze identiteit als mens, maar ook als gemeente, als we niet zijn wat we kunnen, wat we hebben of wat de mensen zeggen dat we zijn? Wij zijn geliefde dochters en zonen van God. Daarin ligt vast wie we zijn. Voordat Jezus de woestijn ingaat om op de proef gesteld te worden, wordt Hij door de Vader gezegend: “Dit is mijn geliefde Zoon.” En dat geldt ook voor ons.
Dat is de waarheid die we onszelf meer en meer toe moeten eigenen. Dat we geliefde zoons en dochters van God zijn. Maar ook mogen we beseffen dat die ander een geliefde zoon of dochter van God is. Als we zo naar onszelf en naar anderen mogen kijken zullen we niet meer van angst vervuld te hoeven zijn over welke weg we in moeten slaan, we hoeven niet meer bang te zijn God te ontmoeten. We mogen ontzag voor hem hebben, zoals we dat voor een goed vader hebben, maar we mogen onze relatie met God ten volle leven.

(dit stukje stond ook in de Omgang van oktober)

Posted in Uncategorized | Leave a comment

De Goede Herder

De goede herder

Ik ben gek op Elly en Rikkert, maar heel af en toe slaan ze de plank tekstueel gezien net mis. Met name in de kinderliedjes wil dat wel eens gebeuren. Neem nu de Goede Herder; “Hij is overal.” Maar als je het verhaal van de goede herder leest (Lucas 15) staat er juist heel nadrukkelijk dat de herder niet bij zijn schapen was. In Mattheüs 26 zegt Jezus zelfs dat ze Hem, de herder, zullen doden “en de schapen van zijn kudde zullen uiteengedreven worden.”

Als het korte verhaal (3 verzen) over het verloren schaap begint zijn alle schapen nog bij hun herder; honderd in getal. Maar dan verdwijnt er een schaap. Dat is 1 schaap zonder herder. En dan gebeurt er iets wonderlijks: de (goede!) herder laat zijn 99 andere schapen alleen achter. In de woestijn!
Op dat moment zijn er 100 schapen (voor de duidelijkheid: dat zijn 100 van de 100 = 100% = alle schapen!) zonder herder. Daarna vindt de herder het verloren schaap en zijn er dus nog steeds 99 herderloos, nog later zijn ze allemaal weer bij elkaar.
Lang heb ik me afgevraagd wat een herder bezielt om 99 gezonde schapen achter te laten om 1 (afvallig) schaap in gevaar te gaan zoeken. Was dit de herder die de deur was en in de deuropening zijn slaapplaats had om zelfs tijdens zijn slaap zijn schapen te beschermen?
Niet lang geleden bedacht ik me dat het feit dat die herder zo onevenwichtig reageert juist iets zegt over het karakter van onze Herder. Over wie hij is. Het is niet zozeer dat dat ene schaap het enige is wat op dat moment telt, maar hij is zó overstuur, zijn hart schreeuwt het uit dat hij aan niets anders meer kan denken; dit schaap moet gered. De kudde, de kerk, de groep, de wereld, de mensheid: God zet ze in de wacht voor dit verloren schaap. Daarmee doet dit verhaal een appel op iedereen die zichzelf niet goed genoeg of juist te goed voor God vindt: want juist naar dat schaap gaat hij op zoek en brengt hij op zijn schouders terug. Bovendien legt het de nadruk op de relatie tussen dat ene schaap en de herder, niet tussen de kudde en de herder.

De kudde wordt door God en mens verlaten en in de woestijn achter gelaten. En laten we wel wezen: zo voelen wij ons ook wel eens. Niet omdat we afgedwaald zijn van de kudde, maar omdat we als kudde de Herder kwijt zijn. Waar is God in ons leven? Waar en hoe ervaren wij zijn aanwezigheid en leiding?
Als Jezus spreekt over de woestijn dan wordt door zijn discipelen het directe verband vanzelfsprekend gelegd met het volk Israël, dat 40 jaar door de woestijn zwierf. En als het volk Israël in de woestijn is heeft het maar wat vaak dezelfde ervaring van verlaten zijn: ze klagen bij Mozes en Aäron dat God er niet voor hen is. Gods antwoord is steevast dat Hij hen op de proef wilde stellen. Zijn ze bereid Hem te volgen zonder dat ze zien waar ze heengaan? Is de wetenschap in zijn aanwezigheid te zijn hen genoeg, zelfs als ze er niets van merken?

Kan een mens echt van God verlaten zijn? Jezus zegt dat hij tot de voleinding der wereld bij ons is. De tegenstelling staat en is niet eenvoudig. Ze hangt nauw samen met de vraag of God almachtig èn liefdevol kan zijn in een wereld met zo veel lijden. Maar daar zit misschien ook juist een sleutelpunt. God had deze wereld zo lief dat Hij er zelf voor wilde lijden. Als Hij het toestond en zelfs beval dat zijn Zoon zou lijden, wie zijn wij dan om een lijdenloos leven voor onszelf op te eisen? Als Christus zich vereenzelvigt met lijden en wij ons willen verbinden met Christus, wat zegt dat dan over ons leven en lijden? Er was één mens ooit echt door God verlaten; de goede herder.

Misschien is God bij ons in een gedaante of een gestalte die wij niet herkennen (de zieke, de gevangene, de arme). Misschien verbergt God zich soms, omdat Hij gezocht wil worden, meent Blaise Pascal. Misschien laat Hij zich niet kennen omdat Hij geloofd wil worden, roept Sören Kierkegaard. En als Dietrich Bonhoeffer gevangen zit, schrijft hij dat God soms van ons verlangt dat we met Hem leven alsof Hij er niet was. Bidden alsof het volledig van God afhangt en werken alsof het volledig van ons afhangt.

In de gelijkenissen die Jezus vertelt gaat het er naarmate zijn kruisdood nadert steeds vaker over dat we alleen gelaten zullen worden of er alleen voorstaan. Naast het verloren schaap zijn er bijvoorbeeld de wijnbouwers, de betrouwbare dienaar en de tien maagden. Maar steeds komt dan ook het moment dat ze niet meer alleen zijn, maar dat ze geconfronteerd worden met de terugkerende bruidegom, eigenaar, koopman en herder.

Ten slotte: het eenzame, afgedwaalde schaap. We hebben thuis een kinderboekje dat dit verhaal vertelt en daarin ligt de nadruk op hoe veel de herder lijdt als hij zijn schaap zoekt; zijn voeten gaan kapot, hij haalt zich open aan doornstruiken, hij bloedt, is moe en uitgeput. Daarmee beeldt het mooi uit hoe ver de herder gaat voor dat schaap. Hij zet zijn eigen leven op het spel . Uit liefde. En als ze samen terugkomen drinken alle schapen met de herder limonade, hebben ze feestmutsen op en hangen er slingers: feest!

(dit stukje stond ook in de Omgang van Juni)

Posted in Uncategorized | Leave a comment

Stem SGP

Hirsch Ballin: “We hopen dat ze bij zichzelf te rade gaan” En dan zijn ze de mannen van de SGP. Degelijke mannen met stropdassen die hard werken, die geen vlieg kwaad doen, maar die er een beetje rare beelden op nahouden. Moeten we die gaan lopen pressen bij zichzelf te raden te gaan, om gelijkvormig te worden, zoals wij, normale wezens? Man! Ga bij jezelf te rade.

Toen Geert Wilders ziek naar huis ging, was er één kamerlid die hem belde om te vragen hoe het er nu mee ging: Bas van der Vlies. Zalig zij die domme dingen zeggen, maar goede dingen doen.

Posted in Geest en waarheid, Politiek | Tagged , , | Leave a comment

Geloof

Sören Kierkegaard hamert erop dat Jezus zich zo lastig laat kennen, laat meten en weten, omdat Hij geloofd wil worden. Waarom? Waarom wil Jezus dat we in Hem geloven. Het klinkt zo dood, zo dogma, zo leerregel, zo stelling. Maar is geloven niet een basisingrediënt van een relatie? Wat als we alles van Jezus precies zouden weten? Wat zou dat met onze relatie met Hem doen? Dan zou die relatie verworden tot dogma en principeakkoord.

Heb je mij lief? Ondanks het feit dat er zoveel is dat je niet aan Me kunt begrijpen, wat je afstoot, wat niet in jouw voordeel werkt? Hou je van me?

YouTube Preview Image
Posted in fLuister, Geest en waarheid | Tagged , , , , , , | Leave a comment

Kennen

Sommige mensen beweren dat je pas kunt weten hoe iets is als je het geprobeerd hebt. Dat zijn meestal de mensen die liever zelf hun grenzen bepalen. En dat zijn dan meestal weer de mensen die dat niet kunnen. Maar er is hoop! Er klopt namelijk niks van die gedachte. Hoop voor de grenzelozen!

Het is wel een beetje een wiskundig verhaal, maar met een voorbeeld moet het lukken. En het is wiskunde A.

Als je een appel eet, dan neem je die ook op andere manieren waar: je ruikt, voelt, ziet de appel. Na het eten van heel veel appels en ook peren en ander fruit, zul je op den duur een heel realistische inschatting kunnen maken van hoe een mango smaakt, ook al heb je er nog geen hap van gegeten. Via verschillende wegen benader je een ervaring, waaruit je een bepaalde conclusie kunt trekken over hoe die ervaring is.

Ander voorbeeld: bungeejumpen. Los van dat zoiets volkomen zinloos is, is het ook doodeng. Dat weet ik, want ik hou niet van hoge bruggen zonder railing, enge films, bijna doodervaringen of dood gaan an sich. Dus bedank ik van harte om mijn moeizaam verdiende euro’s uit te geven aan iets wat in de volksmond ‘je grenzen verleggen’ wordt genoemd (hee! een cirkelvertelling!) maar wat gewoon je reinste verspilling van geld, tijd en plezier is.

Edoch: je kunt natuurlijk een giftige vrucht hebben; die wel lekker kan smaken. Misschien is bungeejumpen wel goed voor de lijn. Je kunt er maar net naast zitten natuurlijk als je je conclusie berust op externe factoren. Maar aan de andere kant kun dat je eigenlijk altijd. Je kunt ook een rotte appel hebben, maar dat is nog geen reden nooit meer een appel te eten. Twijfel met mate; zie vorige stukje.

Posted in Uncategorized | Leave a comment

Ongetwijfeld

Je kunt overal aan twijfelen. Zelfs of je een keer dood gaat of niet. Zelfs of je maar één keer geboren bent of wordt. Dat bestrijd ik niet; wel betwijfel ik van harte of het zinnig is alles te betwijfelen. Want: dan hebben we geen leven meer. Als ik twijfel aan alles; de echtheid van het bestaan, de realiteit van liefde, als ik twijfel aan mijn vrouw en kinderen, twijfel aan mijzelf, waarom leef ik dan nog? Verhef de twijfel tot koning en ellende regeert. Maak de twijfel almachtig en je gaat met recht twijfelen of je daar wijs aan hebt gedaan. Je kunt niet anders, want twijfel heerst en de angst ontkiemt.

Dus zou het goed zijn selectief te twijfelen. En op zijn tijd. Maar hoe maken we de selectie: waar wel aan en waar niet aan?

Aan de vruchten herkent men de boom.

Posted in Uncategorized | Leave a comment

Tolerate

Christenen rond de wereld:
Iran
Irak
Irak
Pakistan
Egypte
Maleisië
Maleisië
Noord Korea
Mauritanië
etc.

Posted in Uncategorized | Leave a comment

Top 5 straight forward rock albums

De beste gewoon recht voor zijn raap rock albums, zonder te veel toeters en bellen, maar ook zonder saai te worden. In willekeurige volgorde:

Radiohead – The Bends
YouTube Preview Image

U2 – Achtung Baby
YouTube Preview Image

Live – Throwing Copper
YouTube Preview Image

Ryan Adams – Cardinology
YouTube Preview Image

Nick Cave – Abatoire Blues / The Lyre of Orpheus
YouTube Preview Image

Maar misschien ken ik Dinosaur Jr. en SonicYouth nog niet goed genoeg, of Humbug van de Arctic Monkeys. En NEE Metallica, Pearl Jam, Acda en de Munnick komen NIET in de lijst. Iron Maiden alleen op Ryan zijn shirt en misschiel later Neil Young nog eens.

Posted in fLuister | Tagged , , , , , | Leave a comment

Kunst

Mijn zoontje (6) over de enorme banners met afbeeldingen van schilderijen van het Dordrechts Museum die her en der door de stad verspreid hangen: “Ze proberen je gewoon naar het museum te lokken.”

Posted in Kunst | Tagged , , | Leave a comment

Afstand

Mijn oma is van alle demente mensen op haar afdeling de leukste. Met afstand. En daarmee misschien wel gewoon een van de leukste mensen überhaupt. De eerste keer dat ik de drempel over moest haar te bezoeken nadat ze de weg kwijt was moest ze nog erg wennen aan haar nieuwe omgeving, maar toen had ze de smaak ook al te pakken. We werden begroet, en daarna werd ik apart begroet: “Zo ben je daar dan eindelijk. Zo groeien we uit elkaar hoor jongen…”
Maar ze heeft haar draai gevonden en haar pretoogjes glinsteren als ze andere oude dames in de maling neemt. Er kwam er een pochen met een nieuwe heup en een nieuwe knie. Nee, die hoeven we niet te zien hoor. “Hebbert” grapte oma naar haar. Verbaasde ogen van de andere dame. “Ja, u hoort het goed; dat u zo’n hebbert bent, met uw nieuwe knie en heup.” “Ja, maar… anders zou ik helemaal scheef lopen. Dat kan toch niet?” “O, best hoor. Dat kan prima.” Glinster, glinster.
Dit keer kreeg ik bij vertrek een persoonlijk woord: “En jij: handen thuis hè!” Weggezakte hoofden kijken op, de verpleegster stopt met advocaat lepelen. “Ja, oma” antwoord ik, “Behalve als zij weer stout is geweest.”Ik wijs met mijn hoofd naar mijn vrouw en geef een knipoog naar de verpleegster.

Posted in Uncategorized | Leave a comment